Belangrijk bij dit spel is de puntentelling. Alle kaarten van 2 tot 10 behouden hun eigen waarde. De afbeeldingen (boer, vrouw of heer) worden als tien punten beschouwd. De aas is een veranderlijke waarde: ofwel is ze één punt waard, ofwel elf punten, naargelang ze zo dicht mogelijk bij een puntentotaal van 21 zit (maar niet hierover gaat). Het spel start met een inzetronde.

Als alle spelers ingezet hebben, deelt de dealer aan elke speler twee open kaarten. De dealer geeft de bank één open en één gesloten kaart. Er wordt eerst gekeken of de bank geen blackjack heeft. Als dit het geval is, eindigt het spel meteen. Indien geen enkele partij blackjack heeft, wordt het spel voortgezet. Vervolgens mogen de spelers kiezen of ze nog een extra kaart willen. Als de speler met een derde kaart het puntentotaal van 21 overschrijdt, verliest hij. Indien dit niet het geval is, mag hij het aantal kaarten behouden of nog een extra kaart vragen. Als alle spelers besluiten dat ze genoeg kaarten hebben, deelt de dealer de overige kaarten aan de bank totdat deze een puntentotaal van 17 of meer heeft (maar niet over de 21). De kaarten (hands) van de twee partijen (speler en bank) worden dan met elkaar vergeleken. Blackjack bevat echter nog enkele opties waardoor de speler wellicht meer kansen heeft. Ten eerste is er het ‘verdubbelen’ (double). Als de twee eerste kaarten een puntentotaal van 9,10 of 11 hebben, kan hij zijn inzet verdubbelen. De dealer geeft hem dan nog een extra kaart. Daarnaast is er nog het splitsen (split). Als de eerste twee kaarten een paar vormen – twee kaarten van eenzelfde rang – kan hij deze splitsen tot een apart spel. Hij moet hier dan wel nog een extra (zelfde) inzet bij plaatsen. Één uitzondering is er bij twee Azen: de speler mag voor elke Aas maar één extra kaart vragen. Vervolgens is er nog de ‘insurance’-mogelijkheid. Als de eerste open kaart van de bank een Aas is, wordt dit vermeld. In dit geval kan de speler dan zijn inzet verzekeren van een mogelijk verlies. Hij kan dan, indien hij dit wenst, eenzelfde inzet plaatsen naast de oorspronkelijke inzet. Vervolgens draait de bank zijn tweede, gesloten, kaart om.

Als de bank dan wel degelijk blackjack behaalt, krijgt hij de speler zijn inzet simpelweg terug. Indien dit niet het geval is, verliest de hij de extra inzet. Hier komt echter de mogelijkheid van een gelijkspel tussenbeide: als een speler al een puntentotaal van 21 punten behaalt (blackjack) met de eerste twee kaarten, heeft hij de optie om zijn inzet één keer terug te krijgen. Als laatste is er nog het zogenaamde ‘overgeven’ (surrender). Een speler die gokt dat hij zal verliezen, kan stoppen met het spel. Hij krijgt voor dit mogelijk verlies een vergoeding van een halve inzet.

Uitbetalingen
Bij het kaartspel blackjack, krijgt een speler 1,5 keer zijn inzet uitbetaald. Bij winst, krijgt hij zijn inzet 1 keer. In beide gevallen betaalt het huis dit bovenop de oorspronkelijke inzet. Als de speler verliest (van de bank of door over het puntentotaal van 21 te gaan), gaat zijn inzet verloren. Bij een gelijke score tussen de bank en de speler, behoudt de speler zijn inzet en gaat er dus niets verloren.